Een aantal jaren geleden bracht Paul van Utrecht Emobiel op de markt. Wat was de reden? Was er toen pas behoefte aan? ”Dat klopt. Vijftien jaar geleden startte ik een telecombedrijf, 4COM, dat gericht was op internet en mobiele telefonie op de binnenscheepvaart. Heel zakelijk Nederland deed al veel met internet, maar in de binnenscheepvaart liep dat wat achter. In die binnenscheepvaart behoorde een groot gedeelte tot de christelijke achterban, de zogenaamde ‘zondagshouders’. Een gedeelte van die zondagshouders wilde wel internet, maar dan gefilterd. Wij hebben toen in samenwerking met Kliksafe een filter ontworpen voor die schippers. Maar ja, die mensen hadden ook families aan wal, die ook wel gefilterd internet wilden, maar dan op hun mobiel. Zo is dat balletje gaan rollen.
Inmiddels heeft mobiele telefonie een vlucht genomen en is het geen uitzondering als kinderen van elf al met een mobieltje rondlopen – en die gebruiken ze echt niet alleen om te bellen of sms’en. Ik vind dat een zorgelijke ontwikkeling, ondanks dat het mijn handel is. We hebben zelf ook kinderen en die zie ik liever buitenspelen dan dat ze achter een schermpje zitten, hoor!”
‘’Voornamelijk veel ouders weten ons inderdaad te vinden, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het geen product is waar we rijk mee worden. Sterker nog, we verdienen er weinig tot niets aan. De Europese wetgeving schrijft namelijk netwerkneutraliteit voor, dus we mogen voor onze abonnementen – mét extra filterdiensten – niet meer vragen dan voor een normaal abonnement zonder filterdienst. We zijn dus nooit de goedkoopste, maar ik denk dat principes ook een prijs mogen hebben. Het is aan mensen zelf of ze het wel of niet willen betalen, maar ik zie het wel als meerwaarde dat we ouders, kinderen en ook de vaak seculiere zakelijke markt deze filterdienst kunnen bieden.”
‘’Ja. Uiteraard richten we ons met Emobiel op jonge gezinnen van wie de kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, maar we zien steeds vaker dat seculiere mensen en bedrijven er ook wel oren naar hebben. Als wij bijvoorbeeld aan ouders of andere bedrijven uitleggen wat we doen, hoor je vaak: ‘Nou ja, dat vind ik eigenlijk ook geen gek idee!’ Bedrijven zijn ook niet gebaat bij monteurs die tijdens klussen en onderweg met hun werktelefoons overal bij kunnen. Hun keuze is dan wellicht minder principieel, maar ze kiezen er toch voor om porno, gokken en godslastering standaard te blokkeren.”
‘’We bieden twee filters aan, een wat mildere filter en een wat strengere filter. Bij beide is porno, gokken en godslastering geblokkeerd, ja. Bij de één is bijvoorbeeld ook sport geblokkeerd, bij de andere niet. De reden is dat we simpelweg mensen de keuze willen laten. Iedereen maakt zijn eigen afwegingen en het is niet aan ons om daarin te sturen. De principes van de ouders zijn daarin leidend. Bij beide filters geldt ook: alles is standaard gefilterd, je kunt niet zelf dingen aan- of uitzetten. Wat openstaat, heb je; wat afgesloten is, blijft afgesloten. Eigenlijk een soort hekje. Wel kunnen gebruikers meldingen aan ons doorgeven van dingen die ze tegenkomen die geblokkeerd zijn en die ze open willen. Dan hebben wij de mogelijkheid om dat alsnog open te zetten.”
‘’Ja, zo bezien toch wel. Maar dat heeft ook te maken met dat er zó veel beschikbaar is, dat er soms ook verkeerde dingen gefilterd worden. Het is een continu proces van afstemmen. Je krijgt nooit een dichtheid van honderd procent, er zit altijd wel ergens een gaatje in het hekje.” Er valt een stilte. Dan: „Ik zal maar eerlijk zijn: ik vind een hekje eigenlijk ook niet per se een goed principe. Natuurlijk, het is een superfijn hulpmiddel, je weet waar je aan toe bent en het biedt veiligheid, zeker voor jongere kinderen. Zij doorzien veel keuzes nog niet en zijn gebaat bij striktheid. Maar of er nu een gesprek door op gang komt? Ik denk het niet. Daarom zijn we op dit moment bezig met het doorontwikkelen van onze filters. We willen graag iets gaan doen met een controlerende functie: dat ouders mee kunnen kijken met het surfgedrag van hun kinderen. Dat vind ik een mooier systeem. Echt joh, ik ben ervan overtuigd dat ouders niet half weten hóeveel rommel er te vinden is op internet. Zo gigantisch veel. Daar wil je je kind voor beschermen: met een blokkade dus. Maar ik zou het echt heel mooi vinden als we daarin een omslag kunnen maken: samen met je kind optrekken, meekijken en bijsturen.” En dus niet helemaal erbij weghouden.
Ik las op uw site: ‘Bange ouders maken bange kinderen’… Lachend: ”Ja, dat klinkt, hè.” Dan, serieus: ”Dat is inderdaad de andere kant, waar ik ook bang voor ben. Dat je als ouder doorschiet naar de andere kant als je wél beseft wat er op internet allemaal te vinden is: dan maar geen mobiel.
Dat kan natuurlijk, maar je kunt ze beter proberen ermee te leren omgaan. Bijvoorbeeld door – wat ik in de toekomst écht zou willen – een systeem te installeren waarmee je samen het hekje steeds verder open kunt zetten en waarmee je kunt instellen wat je kind wel of niet mag zien. En dan kijken wat er gebeurt. Dat is een veel mooiere manier om kinderen voor te bereiden op de rest van hun leven. En dan hoop je dat ze na een tijd genoeg bagage hebben om de wereld in te trekken. Ja, dat hoop je.” Stilte. ”Maar ook dat kan niet iedereen. Zelfs volwassenen niet, zo blijkt. En dan is een strenge filter toch fijn.”